donderdag 8 augustus 2013

8-8-2013 Opstellen onderzoeksvraag

Deze week ben ik me gaan verdiepen in het boek: Basisprincipe praktijkonderzoek van Frits Harinck
 


De volgende informatie heb ik hieruit gehaald om mijn onderzoeksvraag op een goede manier te formuleren en mijn onderzoek goed vorm te geven.

 

Opbouw onderzoek:

Vraag>gegevens verzamelen> gegevens verwerken + conclusie

Vraagstelling: heldere onderzoekbare vraagstelling. Geplaatst in conceptueel kader( theorie, literatuur, eigen ervaring)
Methode van gegevensverzameling: planmatige wijze van gegevens verzamelen, via instrumenten, hulpmiddelen.

Verwerking, rapportage: objectieve verwerking van gegevens.

In mijn onderzoek wil ik een paar doelen stellen:


> Dat alle collega’s gehoord worden.
> Vragen moeten een heldere niet sturende vraagstelling hebben. De vragen dienen scherp en nauwkeurig geformuleerd te zijn, zonder tegenstrijdigheden. De vragen dienen neutraal geformuleerd te zijn. De vragen dienen via waarneembare gegevens beantwoord te kunnen worden.
> Situatie leerkrachten moet ik zo min mogelijk verstoren en belasten, dat vraagt om toegespitst en sober onderzoek. Het vraagt ook om goed uitleggen waarom zaken zo belangrijk zijn dat enige verstoring of belasting gerechtvaardigd is. Tenslotte kan de rapportage gevolgen hebben voor de betrokkenen. Dat vraagt om een zorgvuldige en gebalanceerde verslaglegging.

Het verkrijgen van gegevens:


Ø  Op welke manier?

Ø  Bij welke personen? ( de onderzoeksgroep)

Ø  Hoe vaak

Ø  In welke situatie

Waarnemen


Bevragen( interview, enquete, informeel gesprel, gestructureerde discussie.
Observeren: (vrije observatie, gerichte observatie, logboek bijhouden)
Lezen: (documenten, geschreven bronnen)

Antwoorden kunnen verkregen zijn door een open vraag of een gesloten vraag. Dit zijn twee manieren om de eigenschap zichtbaar ofwel meetbaar te maken. Bij het bedenken van de vragen denk ik aan een meetprocedure( een voorschrift hoe de eigenschap vast te stellen)als aan een meetschaal(welke scores kan ik toekennen).
Van onderzoeksvraag naar instrument dat heeft operationalisatie.

Kwaliteit van instrument:

Betrouwbaar: is het herhaalbaar en komen er dan de zelfde resultaten uit?, nauwkeurigheid is het voldoende precies? heeft men een helder beeld?
Validiteit: heeft het instrument wel datgene te pakken wat we willen weten?


 Persoonlijke en professionele ontwikkeling:

De onderzoeker streeft er naar vooronderstellingen zoveel mogelijk uit te sluiten. Ik heb hier in mijn onderzoeksvraag ook rekening mee gehouden. Zo staan alle opties nog open.
Ik ga me richten tot een Survey-onderzoek. Dit is gericht op de vraag hoe mensen ergens over denken, wat ze ergens van vinden, hoe ze handelen, wanneer en wat ze doen.
Door bovenstaande informatie heb ik mijn onderzoeksvraag en daarbij twee deelvragen weten te formuleren. Ook heeft de theorie mij een richtlijn gegeven hoe ik invulling ga geven aan mijn onderzoek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten